Hey iedereen,
Geografisch afgescheiden van Thailand door de fameuze Mekong rivier en door bergen met China en Vietnam, blijkt Laos een stuk minder toeristisch te zijn dan zijn buurlanden, wat we ook helemaal niet erg vonden.
Luang Prabang:
Dit is een mooi koloniaal stadje dat nog overblijfselen heeft uit de tijd dat Frankrijk er de plak zwaaide. In de kleine winkeltjes lagen b.v. opvallend veel Europese producten (Le petit ecolier, La Vache Kiri, Nutella,.. ) en hier en daar waren de opschriften op gebouwen en in de straten nog in het Frans geschreven. De omgeving was ook niet slecht met de samenvloeiing van de modderige Mekong en de propere Nam Khan die tot enkele tientallen meters naast elkaar stromen vooraleer zich te vermengen.
De omgeving rond de stad bezochten we door mee te gaan met twee populaire toers: het bezoek aan de Wat Chou cave, een grot met honderden Boeddha beeldjes, en de bizarre Kuang Si watervallen (zie fotos), waar visjes in het water zwommen die dode huidcellen van ons lichaam afknabbelden :)
Als we dan honger hadden gekregen van al dat rondstappen konden we 's avonds een bezoekje brengen aan de 'nightmarket' van Luang Prabang waar je naast rommel kopen kon aanschuiven aan een buffet vol met lokale gerechten. Het was 1 euro per bord en je kon zoveel nemen als je wou. Het moest wel op je bord geraken! Op de laatste avond in Luang Prabang lieten we de rijst en noedels naast ons liggen en trakteerden we ons onszelf op een wel heel speciaal gerecht want toevallig kwamen een Belgisch restaurant tegen. De keuze was snel gemaakt. Beide kozen we voor stoverij met verse frietjes en mayonaise. Hmmmmm...
Phonsavan
Om vanuit Luang Prabang in Phonsavan te geraken werden we verplicht een minibus te nemen. Deze rit, door de bergen, deden we samen met Krystian (uit Australie), Kyle (uit USA), Isi (uit Griekenland) en 5 andere 'locals'. We werden een hele rit door elkaar geschud door onze chauffeur die precies op tijd thuis moest zijn. Toen we toekwamen in Phonsavan organiseerden we al gauw een bezoek aan de Plain of Jars, een gebied vol met kruiken waarvan men vandaag vermoed dat het in de tijd diende als een soort begraafplaats. Tegelijkertijd, en de belangrijkste reden van ons bezoek aan de Plane of Jars, is dit ook het meest gebombardeerde gebied ter wereld. Twee miljoen bommen zijn er gelost tijdens een geheime missie in de Vietnamoorlog. We konden links en rechts bomkraters zien in het gebied dat vroeger dichtbebost zou geweest zijn. Vandaag is het een open vlakte, wat wel eventjes slikken was. Hier en daar zagen we ook nog ontmijningsdiensten aan het werk om de velden verder veilig te maken want er zouden nog miljoenen Amerikaanse clusterbommen in de grond liggen die jaarlijks ong. 300 slachtoffers maken.
Vang Vieng
Een aantal dagen later kwamen we met Christian, Isi en Kyle toe in Vang Vieng, een klein dorpje tussen Luang Prabang en Vientane, dat er vroeger vooral om gekend stond een feestparadijs te zijn. Toeristen konden op een opblaasbare band de rivier afgaan en onderweg stoppen bij de tientallen bars en attracties langs het water. De laatste tijd is alles er verstrengd (door de vele dodelijke ongelukken per jaar) en zijn de meeste bars gesloten waardoor het stadje vrij rustig was. Toch was er nog genoeg te doen in de omgeving en hebben we toffe mensen ontmoet. Ook Céline en Lynneke, de andere wereldreizigers uit Leuven, zijn we daar voor de derde keer tegengekomen.
Pakse
Christian besloot wat langer in Viang Vieng te blijven, met Kyle en Isi vertrokken we verder richting Pakse. Het was ons plan om daar een brommer te huren en 3 dagen rond te trekken tussen de dorpen. (De busrit ernaartoe was in een volledig omgevormde (slaap)bus met eigen compartimenten en matrassen.)
We vonden al snel een hotel dat brommers verhuurde en begonnen aan onze route die ongeveer 150 km lang was. Onderweg stopten we hier en daar om iets te drinken of te eten (zo hebben we ergens een toffe BBQ gehad) of om een dorpje te bezoeken. Tegen het einde van de dag probeerden we op tijd, voor het donker, een slaapplaats te vinden. Een keer was het al een beetje laat geworden en kwamen we terecht in het vuilste guesthouse/kamer ooit: Eerste kamer vol muggen ( niet zo interessant in een gebied met Malaria), tweede kamer vol bedbugs en uiteindelijk,omdat het te laat was om iets anders te vinden kozen we voor de kamer die we het minst degoutant vonden. Er is wel een positief punt aan zo een hotel. We waren vroeg buiten!
Don Det
Don Det is een van de vele eilanden in de Mekong rivier in het zuiden van Laos. Het eiland staat vol met bungalows gemaakt uit hout of bamboo met uitzicht op de Mekong. Eens een toffe bungalow te hebben gevonden liepen of fietsten we wat rond, bezochten een ander eiland, Don Kon, en genoten van de unieke sfeer.
Deze eilanden, ook wel de '4000 Thousand Islands' genoemd liggen aan de grens met Cambodia en was dus ook onze laatste stop in Laos. We namen afscheid van onze medereizigers (buiten Kyle), wisselden onze contacten uit en namen een bus met bestemming Phnom Phen!
Groeten,
Flo&Ollie